Houdt van schrijven, eten, wijn en mannen in pak.

dinsdag 7 augustus 2012


‘Ik Twitter en Facebook erop los om het piekeren in mijn hoofd te negeren: het lukt niet.’

Vanmorgen was het zo ver. Het een keer in de zes maanden bezoekje aan de tandarts. Bij het woord tandarts krijg ik al klamme handjes.
Nee, de tandarts is (zoals bij velen) niet mijn beste vriend. De geur en de sfeer maken het er niet beter op. Een geur die alleen bij tandartsen hangt. Alcohol lucht gemixt met latex.

Daarbij komt nog eens dat ik altijd te vroeg ben. De tien minuten die ik dan moet wachten lijken uren te duren. Ik hoor kinderen gillen en schreeuwen, moeders die hun kind in bedwang houden om te voorkomen dat het kind naar buiten rent.
Dat laatste heb ik zelf ook ooit gedaan. Mijn vorige tandarts was een engerd.
Een griezel. Ik als 6 jarig meisje was doods bang voor hem. Toen hij met de boor mijn kant op kwam ben ik er heel hard van door gegaan.

Een vrouw speelt Angry Birds op haar iPhone en het irritante deuntje galmt door de wachtkamer. Ik zie een man geïrriteerd haar kant op kijken. Het geluid van een boor trekt mijn aandacht. Alsjeblieft laat dit snel voorbij zijn.
Ik Twitter en Facebook erop los om het piekeren in mijn hoofd te negeren. Hoe hard ik ook mijn best doe: het lukt niet.

Een blonde jonge meid roept mijn naam en ik loop achter haar aan.
‘Fijne vakantie gehad?’ vraagt ze.
Tandartsen doen dat expres, een praatje maken met de patiënt. De patiënt een fijn gevoel te geven. Alsof ik kan antwoorden met een spiegel, een stokje met een haak waarbij de haak van kapitein Haak niks bij is en een stofzuiger in mijn mond.

Ergens anders aan denken. Wat heb ik gister gegeten?
Aardappels? Met wat? Groente.. wat voor groente?
Terwijl ik hard mijn best doe aan iets anders te denken gaat mijn stoel weer overeind.

‘Zo, dat was het. Tot over een half jaartje!’
Wat ben ik toch ook een ongelofelijke bange poeperd.

1 opmerking: