Houdt van schrijven, eten, wijn en mannen in pak.

zaterdag 23 november 2013

  

   ‘Milaan. Wat ben je mooi.'
Ik MOEST deze online zetten, geen dank

11 november 14:00 en STIK nerveus. Ik en op reis gaan: een match made in heaven. Een koffer die 10.2 kilo aangeeft op de weegschaal, een uitpuilende toilettas en een paar schoenen die schreeuwen om mee genomen te worden. In principe zit er genoeg (veel te veel) in deze koffer om te overleven in Milaan. Mijn voeten kunnen heus iedere dag dezelfde paar schoenen aan. Een broek kan je makkelijk 2 (misschien zelfs wel 3) dagen aan. De schrik van het overgewicht van mijn koffer lijkt twee minuten later verdwenen als ik er met man en macht een blouse in probeer te proppen. En het past. Of ik nou twee of driehonderd gram    over het toegestane gewicht zit, DIE BLOUSE ZIT ERIN.


Tijdens het smeren van mijn boterham ga ik alles voor de achthonderdste keer af. Ik ben de Dampoo vergeten. Niet dat ik verkouden ben, maar stel dát je ineens verkouden wordt. Niet dat ik ooit Dampoo gebruik, maar stel dat ik dan ineens wél Dampoo wil gebruiken. Ik begin lichtelijk door te draaien. Ik besluit afleiding te zoeken. Tv kijken. Rudolph van 24KITCHEN krijgt mij in slechts enkele minuten van niveau stresskip naar de relax stand. De tv (en nog heel veel meer erger): het internet, de radio en de telefoon doen het niet. Net nu ik hopeloos op zoek ben naar afleiding laat KPN mij in de steek.

Vele spannende uren later zit ik in het vliegtuig met een slapende vriendin tegen me aan. Een uur later stap ik uit in Italië, nemen we de bus, de metro en ploffen we neer in ons bed in een hotel midden in Milaan om vervolgens na 8 uur te ontwaken uit een coma. Verheugend op een viergangen ontbijt (wat in Milaan dus helemaal geen viergangen ontbijt is maar meer een halve-gang ontbijt) maken we ons klaar om de toerist uit te hangen.

We hebben vier dagen lang gelachen, gegeten, gedronken, gewinkeld, geslapen iets minder, geMcdonald (waar onze lunch vaak uit bestond) en zijn lastig gevallen door handtastelijke Italianen (‘I really love you’).

9:00 en ik sta al mijn geshopte aankopen in mijn koffer te proppen. Misschien iets teveel. Maar hoe vaak ben je in een mensenleven in Milaan? Ik weet niet of dat werkt als je dat tegen het douane personeel zegt, maar het valt te proberen. Om 11:00 moeten we de kamer uit en hebben we tot 17:00 om de laatste uitlaatgassen van Milaan op te snuiven. We hangen wat bij Mc Donalds, slenteren door de stad en keren terug naar het hotel om aan de terug reis te beginnen. We klikken de gordel in het vliegtuig dicht en vallen als een blok in slaap.

Ik ben nog nooit zo moe geweest. Milaan je was het waard. En wat was je mooi.

woensdag 14 augustus 2013


Het begint meestal rond de laatste week van de vakantie. Het bevliegt me ineens  als ik ’s ochtends wakker word in een puinhoop van kleding, make-up en cd’s. Wekenlang vlucht ik zo snel mogelijk mijn kamer uit om vervolgens de deur achter me dicht te trekken en die de rest van de dag niet meer open te maken. Het is een helse zoektocht naar dat ene reserve iPhone kabeltje (paniek!!) en ergens onder de hoop kleding moet nog een OV-chipkaart liggen. Oude schoolverslagen liggen in grote stapels op mijn bureau. De uren werk die er in zitten en de ezelsoren. Het is een triest gezicht.

Het is alsof ik het de laatste week pas zie. Dat de vrouw in mij schreeuwt om orde. Vol goede moed begin ik dan ergens bij mijn kledingkast, om na twee uur op bed te belanden met een laptop. Want zo gaat dat. Na twee uur vind ik het wel weer welletjes geweest. Dat het dan een nog veel grotere zooi is als daarvoor, maakt dan helemaal niet uit. Ik héb in ieder geval geprobeerd de boel op te ruimen. Toch? Moeders denken daar anders over.

Na wat gefacebook, getwitter en gewhatsapp doe ik een tweede poging. Met een baan als verkoopster kan ik in een kwartier een hele kledingkast inhoud opnieuw vouwen. Appeltje eitje. De laatste stapel op de grond gooi ik de was in. Ik wil niet eens weten hoe lang dat al op de grond gelegen heeft. Na 3 Oreo’s en een glas cola begin ik aan de boekenkast. Behalve boeken bewaar ik er ook CD’s, schoolspullen, kabels en parfum. En er staat een verdwaalde Breezer fles. Die zal vast geweldig smaken na weken in de zon te hebben gestaan. Mijn strategie is om eerst alles úít de boekenkast te halen, de planken schoon te maken en alles dan weer netjes terug te zetten. Ik begin met mijn verzameling Blond-Amsterdam servies en de zware voorraad pot vol snoep (die een half uur later ineens een stuk minder zwaar is, gek is dat).

Een paar uren en een voorraad pot later is het dan eindelijk helemaal schoon. Ongezellig, dat wel. Maar schoon. Het is nu wachten op de volgende wervelwind die de chaoot in mij veroorzaken gaat.

vrijdag 28 juni 2013

‘Ik dacht dat het nooit zomervakantie zou worden.’


Een jaar geleden begon ik deze weblog. Uit pure verveling en een overdosis aan creativiteit flanste ik een lay-out in elkaar, zocht me suf naar een passende naam en schreef. Als vanzelf rolde er hele lappen tekst uit. Alsof ik het tegen mijn vriendinnen had die ik al jaren niet meer gesproken had. Jongens, rijlessen, wijn en de meest onzinnige dingen beschreef ik voor jullie. De één jaar jongere ik wilde niet dat de zomer ophield, vond de winter te koud en had een veelte lange zomervakantie.

Ik deed eindexamen en had 3 maanden vakantie. Van drukke schooldagen werd ik ineens in een diep gat gegooid dat ‘vakantie’ heet. Heel leuk al die vrije tijd. Maar wat moest ik er in godsnaam mee? Toen mijn blog eenmaal online stond en ik mijn eerste 5 bezoekers had dacht ik: ‘Wow. Er zijn echt mensen die dit lezen. Mensen die ik niet ken en mij nu wel een stukje kennen.’ Nog steeds begrijp ik niet dat er inmiddels al 9.600 mensen op mijn blog zijn geweest. Super leuk vind ik het als ik berichtjes krijg met ‘dit is ZO herkenbaar’ en ik door lezeressen gevold word op Twitter. Zo zie ik ook een heel klein stukje van jullie leven. Dat jullie ook op zoek zijn naar het leukste jurkje en in juni ook gewoon je Ugg’s aantrekken als je boodschappen moet doen.

Het is weer zover. Ik heb zomervakantie. Eindelijk. De laatste weken waren zo druk op school dat ik dacht dat het nooit zomervakantie zou worden. Alle verslagen zijn ingeleverd, de rust is terug en mijn hoofd is leeg. Tijd en plek voor een nieuw begin.

Een nieuwe zomer. Een nieuw verhaal.

donderdag 4 april 2013


‘Ik heb nog precies 1187 minuten om er iets leuks van te maken. Of wacht. 1186.’

Het is 14:13 en eigenlijk zou ik nu heel hard bezig moeten zijn met een project dat over precies 19 uur en 47 minuten ingeleverd moet worden. Je zou denken dat ik nu ijverig en geconcentreerd bezig ben maar niets is minder waar. Om mezelf toch het idee te geven hard bezig te zijn met iets, ben ik maar achter mijn computer gekropen. 

'Ik heb nog 1187 minuten om er iets leuks van te maken. Dat moet lukken. Oh. Wacht. 1186.' 
'Ergens lag een blad waarop stond wat ik precies moest maken.'
'Waarom was ik ook alweer op Wikipedia aan het kijken en waarom ben ik al 15 minuten 
over het ontstaan van Facebook aan het lezen?''Die Mark Zuckerberg. Wat een held.'
'Shit. 17:45.'
'Waarom heb ik eigenlijk niet gewoon gekozen voor een opleiding waarbij je geen knip en plaksel werkjes hoeft te maken? Zijn die er eigenlijk?'
'Dierenarts. DAT moet ik gaan doen.'
'Deze uitzending van Huisje Boompje Barbie draagt ook vast bij aan mijn algemene kennis.'
'Ik moest nog iets doen. Wat was dat ook alweer.'
'HOE KRIJG IK DIT OOIT AF.'
'Misschien geeft Twitter het antwoord.'

Het is nu 17:26 en het papier is nog steeds leeg. 
'Oke Anna. We geven het op. Het wordt NOOIT wat met jou.'
'Hey ik moet Goede Tijden nog terug kijken.'

Nee. Inderdaad. Het wordt nóóit wat met mij.

zaterdag 23 maart 2013

‘Wie weet wórdt het helemaal geen lente. Nooit.’

Het is Maart! Hoera! Pak die zonnebril uit de kast en gooi die winterjas naar zolder, en hup: gooi die snowboot's erachteraan!

Nee. Het is helemaal geen 'meteorologische lente'. KNMI hoe kóm je erbij?
Het is alles behalve lente. Die winterjas die ik in al mijn enthousiasme naar zolder had gedaan (what was I thinking?!) ben ik de volgende morgen met lood in mijn schoenen weer gaan halen. Te koud, te nat, te winters.

Leuk hoor. Die gezellige potten thee en repen chocola voor de openhaard. Maar het is nu genoeg, het is máárt. De maand waarin lammetjes geboren moeten worden (of is dat mei?) en je op pad gaat voor bikini's en zomerhoeden.

De pastelkleurige top's bij H&M en Zara smeken om meegenomen te worden maar ik laat ze liggen. Wie weet wordt het helemaal geen lente dit jaar. Slaan we de lente en de zomer gewoon over. Zit je, huilend met een doos raketten, midden juli op de bank in een pastel kleurige top.

Nou. Lekker dan.

dinsdag 29 januari 2013



‘Mam. Ik wil roze haar. ‘

Bij mijn een-keer-in-de-zoveel-veel-te-weinige-kapper-bezoeken neem ik mijzelf voor eens ‘lekker gek te doen’.
Lekker gek in de zin van een lekker gek kapsel. Ik besluit altijd eens lekker gek te doen maar wandel uiteindelijk altijd, overgehaald door de knipster zelf, met hetzelfde (maar dan kortere) kapsel de deur uit.
Dagenlang bereid ik me voor op het kappersbezoek, sla honderden plaatjes op en kijk opeens opvallend veel naar kapsels van andere.

Om echt ‘lekker gek’ te doen moet er een kleurtje in. Vind ik.
Zo zag ik bij Vera zuurstokroze verf in haar blonde lokken.
Dat was het. Dat wilde ik óók. Nu moet je weten dat bij alles wat roze is mijn hart sneller begint te kloppen.
Roze haar, hoe geweldig is dat. Dat je iedere morgen je (roze!!1!) haar mag borstelen.
Anyways: het zat in mijn hoofd en het wilde er niet meer uit.
Er resten mij nog maar een ding te doen.

‘Mam. Ik wil roze haar. Roze lokken bedoel ik. Roze punten.’
Ze vond het op zijn zachts gezegd geen goed idee. Laten we het daarop houden.

Een paar weken geleden was het dan eindelijk tijd voor mijn kappersbezoek. Ik kreeg een kop thee (of 2) en een boek in mijn handen gedrukt. Of ik daar niet eerst even in wilde kijken.
Toen ze een kop koffie voor mijn moeder ging halen en ik in de spiegel naar mijn lange haar keek, schoot me ineens iets te binnen.
Wat doe ik nu eigenlijk met dit lange haar? Op de fiets en onderweg zit het vaker in een knot dan dat het mooi geföhnd langs mijn gezicht hangt. En roze, hoe ziet dat er over 6 weken uit?

Een uur of twee later liep ik de zaak uit met een vlecht van 25 centimeter in mijn hand. Ja, ik heb de kapster en mijn moeder zeker dertig keer ervan moeten overtuigen dat dit echt is wat ik wilde. Mijn zus had ik voor de zekerheid niet ingelicht over mijn spontane actie uit voorzorg dat ze tussen mij en de schaar in zou springen.

Ik zette een foto op Facebook van mijn 25 centimeter kortere haar, stuurde de 25 centimeter op naar Stichting Haarwens en had voor het eerst van mijn leven eens echt ‘lekker gek’ gedaan.


zondag 27 januari 2013



En dus kocht ik je. In Volendam.’

We ontmoette elkaar in Volendam waarbij mijn aandacht getrokken werd door de zonnebril die je erbij zou krijgen. Die zonnebril, dat deed ’t m.
Die voorkant, dat design, die foto reportages, alles trok mij aan.
Maar die zonnebril(!!!111!).
En dus kocht ik je. Tijdens een weekend weg. In Volendam.

Nu, jaren later, ben ik nog steeds fan. Ik kom voor je op als ik opmerkingen naar me hoofd krijg als ‘je betaald voor reclame’ en ‘goh wie zou er deze maand op de cover staan’.
Ik had niks met Linda de Mol. Tot mijn eerste LINDA. mee naar huis ging.

Mijn favoriet? De LINDA.meiden, zonder twijfel.
Ik lees met liefde iedere maand verhalen over kwijlende baby’s, lastige pubers en lach rimpels maar ik wilde ook wel eens iets wat sloeg op mijn leeftijd. Ik ben niet de enige ‘jonge’ LINDA. lezeres en dus kwam er een LINDA.meiden voor meiden zoals ik.
Meiden die ook iedere maand over het luiertassen en cellulitis stuk heen lezen.

Ik stem voor een LINDA.meiden 4x per jaar.

Hoor je mij niet meer over die lach-rimpels en kwijlende baby’s.

donderdag 24 januari 2013


‘Heel leuk die lente collectie’s. Maar niet met -20.’



Januari is voor mij de maand waarin je eigenlijk (heel erg) toe bent aan zomer maar je in werkelijkheid kampt met rode neuzen, schrale lippen en uitgedroogde handen. De nieuwe lente collectie’s komen uit, de winkels gooien hun laatste winterkleding de winkel uit en maken plaats voor luchtige top’s en bikini’s. Mocht je nu gaan shoppen dan is de kans groot dat je met een top de winkel uit rent die je de eerst komende weken (maanden) nog niet aan kunt.
Heel leuk die lente collectie’s, maar niet met -20.

Nu kun je het negatief bekijken, de UGG’s moeten binnenkort toch écht de kast weer in en sneeuwpoppen maken zit er niet meer in, maar ik kan niet wáchten. Ik ben een lente-kindje: geboren in april. Ik wil wakker worden door de zon die langs mijn gordijn piept ’s ochtends en naar-buiten-ruikend beddengoed. Ik wil ’s ochtends mijn dekbed uit het raam kunnen hangen zonder bang te hoeven zijn dat het bevriest en mijn kamer bij thuiskomst veranderd is in een decor uit de film ICE ACE.
Ik wil beschuit met aardbeien (zoete aardbeien, geen zure) en heel veel suiker. Ik wil niet gek aan gekeken worden als ik bij het minste of geringste beetje zonlicht mijn Rayban uit mijn tas tover (weet je hoevaak de zon per jaar in Nederland schijnt? Juist.)
Ik wil met natte haren kunnen fietsen zonder bij aankomst  er stukken ijs in aan te treffen.

Eerst nog effe op wintersport en nog heel vaak mijn UGG’s dragen voordat ik echt afstand moet doen.
Mij hoor je echt niet klagen over bussen die niet rijden (sneeuwvrij!) of stamppotten die gegeten moeten worden. Ik drink met liefde koppen thee bij de openhaard en kruip op vrijdagavond zonder geklaag onder mijn dekentje voor The Voice.

Maar die kou. Díé kóú.